Cubanen mogen voor zichzelf beginnen

De Cubaanse president Raul Castro wil de overheidsinvloed op de economie beperken. Er komen voor Cubanen meer mogelijkheden om kleine ondernemingen te bezitten en arbeidkrachten in te huren.

Tegelijk wordt het omvangrijke staatsapparaat afgeslankt. Castro zei dat één op de vijf mensen die voor de overheid werken overbodig zijn en dat banen worden geschrapt. Zo'n 95 procent van de Cubanen is in overheidsdienst.

Castro, die twee jaar geleden zijn zieke broer Fidel opvolgde, ziet de maatregelen als een middel om de Cubaanse economie te behoeden voor een diepe recessie.

Revolutionaire strijd

Doel is het sociale systeem te ontwikkelen en betaalbaar te behouden. Overtollige arbeiders in overheidsdienst zouden naar de particuliere sector moeten overgaan. Een nieuwe belastingstructuur moet volgens Castro bevorderen dat overheidsdienaren die niet of nauwelijks productief zijn elders hun geld verdienen.

Meer dan een miljoen Cubanen zouden op die manier actief moeten worden in de particuliere sector.

Hoewel de veranderingen opmerkelijk zijn, is er geen sprake van dat het economische systeem helemaal op de helling gaat, zei Castro in het parlement. "Na 55 jaar van revolutionaire strijd, kunnen we niet zeggen dat we het slecht doen, noch dat frustratie en wanhoop op onze weg zijn gekomen."

Opgepakt

Toch voeden de woorden van Castro de verwachting in Cuba dat de wijzigingen het begin zijn van veel meer veranderingen. Veel Cubanen hopen hier al op sinds Castro in 2008 aan de macht kwam.

Eerder al stond Castro op sommige plaatsen toe dat cafés, fruitstalletjes, taxi's en kapsalons privatiseerden. Ook is grond aan particuliere ondernemers afgestaan

Stoel

De president ging ook voor het eerst in het openbaar in op de vrijlating van 52 dissidenten die de afgelopen weken zijn uitgezet naar Spanje. Zij waren volgens Castro niet opgepakt om hun ideeën, maar om hun staatsondermijnende activiteiten in opdracht van de Verenigde Staten.

Andere oppositieleden moeten zich niet vergissen, zei Castro. "De verdediging van onze verworvendheden blijft de hoofdtaak van alle revolutionairen."

Officiëel zit Fidel Castro in het parlement, maar zijn stoel was tijdens de toespraak van zijn broer leeg.