Erkenning van misdaden, 15 jaar na Srebrenica
Door correspondent David Jan Godfroid
Bosnische moslims herdenken morgen op het Srebrenica Herdenkingscentrum in het Oost-Bosnische Potocari dat vijftien jaar geleden duizenden moslimmannen en -jongens om het leven kwamen. Zij werden na de val van de enclave Srebrenica vermoord door Bosnisch-Servische troepen onder bevel van generaal Ratko Mladic.
Minister Van Middelkoop van Defensie vertegenwoordigt in Potocari de Nederlandse regering. Nederlandse VN-militairen konden de val van Srebrenica destijds niet voorkomen.
Teruggekeerd
Srebrenica en omgeving liggen er nu heel anders bij dan vijftien jaar geleden. Een deel van de moslims die in juli 1995 naar plaatsen als Sarajevo en Tuzla vluchtten, steden die tijdens de oorlog onder controle van het moslimleger vielen, is teruggekeerd. Met vallen en opstaan proberen zij hun leven weer op te pakken, veelal met hun Servische buren.
"Natuurlijk ben ik woedend", vertelt de moslima Hadzira Salihovic, die haar man verloor. "Maar waar is dat nu nog goed voor? Ik houd m'n mond dicht. Moet ik m'n kinderen zeggen: vermoord ze, want ze hebben je vader vermoord? Dat is geen oplossing."
Erkenning
Ook de Servische president Boris Tadic zal op de herdenkingsbijeenkomst aanwezig zijn. Het parlement van Servië nam eerder dit jaar een resolutie aan, waarin het de misdaden tegen de mannelijke moslimbevolking veroordeelt.
Op de begraafplaats van Potocari worden vandaag achthonderd lichamen herbegraven. Het totale aantal graven komt daarmee op een kleine zesduizend.
De Servische bevolking geeft zo langzamerhand wel toe dat er na Srebrenica vreselijke misdaden zijn gepleegd tegen de moslims, zij het dat het aantal slachtoffers volgens hen schromelijk wordt overdreven.
Moslim-misdaden
De Serviërs dringen ook aan op erkenning van oorlogsmisdaden tegen de Servische burgerbevolking. Bij uitvallen van moslimtroepen vanuit Srebrenica werden Servische vrouwen, kinderen en ouderen niet gespaard.
"De misdaden in dit gebied zijn niet alleen door Serviërs gepleegd", aldus Branislav Gligic, inwoner van het dorp Skelani, dat ook werd aangevallen. "Er waren ook misdaden tégen de Serviërs. De kinderen die hier werden vermoord, sommigen maar negen jaar oud, en hun moeders, die droegen geen wapen."