'Klein en zuinig' trend in autoindustrie

Door economieredacteur Louis Dekker

Hij pruttelt, is traag, ouderwets en bijna uitgestorven: de auto met twee cilinders. De laatste tweepitters in massaproductie waren de oer-Panda en Deux Chevaux, Citroën's lelijke eend. Maar de tweecilinder maakt in september een comeback in de kaskraker van Fiat: de 500. In Turijn presenteert Fiat deze week de tweecilinder aan de wereldpers. Fiat heeft een vermogen geïnvesteerd in ontwikkeling van de 'Twin Air'. Die motor neemt uiteraard in alle opzichten afstand van z'n gedateerde voorgangers. De overeenkomst is het aantal cilinders, voor de rest is het kwestie van appels en peren vergelijken.

De Twin Air is hi-tech en doet iets dat in het verleden tegenstrijdig en onmogelijk leek. Het kleine motortje maakt de 500 zowel zuiniger als krachtiger meer halen uit minder. Gedwongen door milieuregels zijn autofabrikanten bezig motoren kleiner te maken en uitstoot terug te dringen.

Groen

Een modewoord: downsizing. Het is dé wereldwijde trend in de auto-industrie. Er is nog geen Nederlands woord voor, maar het komt hier op neer: auto's worden kleiner, aan de buiten- en aan de binnenkant. Bij die binnenkant draait het vooral om de motor. De 500 Twin Air is volgens de Italianen hét voorbeeld van extreme downsizing: een tweecilinder die minder brandstof verbruikt, beter is voor het milieu en betere prestaties levert. Het klinkt als ronkende PR-taal uit een glimmende folder, maar feit is dat nagenoeg alle autofabrikanten deze weg inslaan. Downsizing is niet alleen een trend, het is een must. De overheid dwingt de fabrikanten groen te denken en verleidt de consumenten met eco-bonussen. Dat dat werkt zien we in Nederland aan het door de overheid gestimuleerde succes van de Toyota Prius.

Driecilinder

De 500 Twin Air staat medio september in de showroom en is een "compleet nieuw concept voor de wereldwijde auto-industrie", zegt Fiat. De Italiaanse autofabrikant neemt in Turijn grote woorden in de mond: "Fiat reinvents the engine" (vindt de motor opnieuw uit).

Spierballentaal, inderdaad. Maar het zijn niet louter loze kreten en marketingzinnen. In de autobranche is 'Less is More' het credo. Niet voor niets zijn Toyota en Honda bezig met vergelijkbare technologieën. Niet voor niets zijn traditionele paardenkracht-giganten als BMW en Mercedes bezig met de ontwikkeling van driecilinder-motoren. Niet voor niets heeft bijna elk merk al een drie-cilinder in het 'compacte segment'. En: niet voor niets komt het 'grote' Audi dit jaar met de kleine A1 (gekscherend ook wel de Mini-Audi genoemd) op de proppen.

Design

Deze week mag de wereldpers proefrijden met de nieuwe 500 in de smalle straten van Turijn. Tientallen Twin Air's staan geparkeerd bij het kasteel in Valentino Park en de autojournalisten ogen nieuwsgierig. Logisch: rijden met een tweecilinder, da's lang geleden.

Het doet denken aan vergane glorie. De tijd van de 2cv, de oude 500, de Topolino en de Fiat 126 uit de jaren zeventig. De Twin Air is geen dertien-in-een-dozijn-introductie, beaamt testredacteur Wim Ruberg van ANWB's magazine Autokampioen. "Hier gaat het niet om een auto met een vernieuwd eigentijds design of met een of twee extra paardenkrachten. Hier gaat het echt om vernieuwende technologie."

Dief

Fiat heeft hoge verwachtingen, maar de hamvraag is of de consument er warme gevoelens van krijgt. De Twin Air is duurder dan de 'ouderwetse' 500 en dat is een boodschap die lastig aan de klant uit te leggen is. Immers: waarom zou je meer betalen voor minder cilinders? Een rekensom leert dat de tweecilinder dankzij het lage verbruik (schatting 1 op 25) op termijn voordeliger is, maar de ervaring leert dat de koper van een auto vooral op het prijskaartje let. Ruberg: "Mensen zullen moeten beseffen dat ze er op termijn flink mee kunnen besparen, maar de meesten denken niet zo. Ze kijken alleen naar de korte termijn en zijn dus dief van hun portemonnee."