NOS NieuwsAangepast

Woonwijken Groningen willen studentenstop

Door verslaggever Pauline Broekema

Groningen is de jongste stad van Nederland. Er studeren vijftigduizend studenten. Die bepalen deels het straatbeeld maar ook de woningmarkt. De Rijksuniversiteit Groningen had dit studiejaar zelfs dertien procent meer studenten.

Die populariteit heeft zijn keerzijde. Steeds meer studenten waaieren uit over de stad. Ook rijtjeshuizen in naoorlogse wijken worden bewoond door studenten. Tot ergernis van de traditionele bewoners. Die zien hun buurt veranderen. Enkele wijken willen een stop en vragen, met het nieuwe studiejaar voor de deur, de gemeente om in te grijpen.

Rechter

"In Selwerd is al een twee-onder-één-kapper als studentenhuis verkocht", zegt een vrouw ontsteld. Zelf woont ze in de jaren-zeventigwijk. De verkoop van een vroeger zeer courant type huis is voor haar het teken dat er iets heel erg mis is. Een rijtjeswoning in Selwerd kon nog wel een paar maanden te koop staan. Maar zo'n dubbel woonhuis was zo weg.

Nog een teken aan de wand: bewoners van een appartementencomplex aan de Troelstralaan die bij de rechter een verbod op verhuur aan studenten afdwongen. De rechtszaak is een bewijs dat het veel bewoners genoeg is. Maar ook dat de trek verder aanhoudt. Het feit dat nu ook jongeren in een duurdere wijk als Helpman neerstrijken.

Eerder werden de jaren-zeventigwijken als Selwerd, Vinkhuizen, Paddepoel en Beijum door studenten ontdekt. "Pa en ma kopen een huis. Het is de advocaat, de dokter die wat geld over heeft", zegt Simon Bos die enkele jaren geleden met zijn gezin in Vinkhuizen kwam wonen.

De wijk verrommelt, vinden de buurtbewoners. Bovendien merken ze dat huisjesmelkers bezig zijn. Bewoners worden aangesproken door, wat ze noemen, louche types die vragen of hun huis niet te koop staat.

Dorpsgevoel

Kobus de Vries staat in zijn achtertuin. "Mooi hè?", wijst hij trots naar het grasveld naast het huis.

Hij mocht het van de gemeente in beheer nemen, bij zijn eigen tuin trekken. Een terrasje, nieuwe aanplant; hij is er maar wat blij mee. "We wonen hier heel goed. En ik heb helemaal niks tegen die studenten. Maar het is geen woonwijk meer. Gezinnen met kinderen trekken weg. Er zijn nog veel huurhuizen, die worden op den duur verkocht. En aan wie? Daar wonen oude mensen. En daar en daar." Hij wijst naar zijn overburen, naar de huizen een straat verderop. "Allemaal huurders. Ik hou mijn hart vast als ze weggaan."

Zijn buren zijn studentes. Ze hebben duidelijk afspraken. Waarschuwen als er een feestje wordt gehouden. De kunststof platen op de gevels netjes bijhouden, geen fietsen laten slingeren. Dat gaat prima. "Die meiden doen gewoon mee straks met voetballen kijken."

Laura Siebers is één van de studentes. Ze komt uit een dorp in de buurt van de stad. Dat dorpse gevoel dat ze in de binnenstad mist vindt ze wel in de wijk. En –een prettige bijkomstigheid- de huur valt reuze mee. Nog geen driehonderd euro. Kom daar in het Westen maar eens om.

Verloedering

Die lage huren verklaren voor een deel het succes van Groningen. Bovendien is het mogelijk om voor Randstedelijke begrippen met betrekkelijk weinig geld een huis te kopen. Een ruime flat voor onder de twee ton. De makelaars adverteren er mee. En onder de vier personen is er geen vergunning voor studentenbewoning nodig.

Wethouder Frank de Vries is blij met de studenten. Ze dragen bij aan de stedelijke economie. Tien tot twintig procent. Bepalen de sfeer. De Vries wil ze vasthouden, de hoger opgeleiden. Om ze later bijvoorbeeld een baan te kunnen geven bij de gemeente. Die zal met zijn vergrijzende ambtenarenapparaat straks springen om nieuwe mensen.

Een eenzijdige opbouw van de stad, waarvan de 187.600 bewoners zo'n 50.000 student is? De Vries wil er niet van weten. Buurten die verloederen? Zoals de eertijds statige Schildersbuurt? Studenten brengen gezelligheid, sfeer, is zijn stelling. Hij hoopt op instrumenten om eigenaren die hun panden laten verloederen aan te kunnen pakken. Die verveloze panden met provisorisch opgeknapte balkons en vervuilde ramen.

Huisjesmelkers

De voornaamste zorg van de wethouder is het kameraanbod gelijke pas te laten houden met de instroom van studenten. En de kwaliteit te waarborgen. Hij ziet een toenemend aantal ondernemers van minder allooi die slechte kamers aanbieden. Verplaatsbare units zoals die al staan in de Korrewegwijk zullen de kwaliteitsslag moeten maken. Over een paar jaar 4500 kamers extra.

Van een campus op het Zernike-terrein waar de Universiteit en de Hanzehogeschool zitten, wil de gemeente niet weten. Dat is niets voor Groningen. Het is van oudsher een stad waar iedereen door elkaar heen woont. Jongeren, ouderen, studenten, gezinnen.

De wijken willen in de tussentijd maatregelen. Eigenaren vrezen voor dalende huizenprijzen, want welk gezin koopt nu een woning naast een studentenhuis? En al helemaal niet in tijden van economische neergang.

In het najaar vergadert de Raad over de huisvestingsproblemen. De Vries is er zeker van dat men er uit komt. "Dat er een stop moet komen, zult u nooit uit mijn mond horen", zegt hij.

Groningse voortvarendheid. Zoals staat geschreven op een kaart op de gang van een studentenhuis: 'dou goud wat mout, zet aaltied deur, hol kop ter veur!' In een heel vrije vertaling: 'doe wat je te doen staat, tanden op elkaar en doorzetten!'

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl