Rol Nederlanders in 'Weense zaak'

Justitie in Oostenrijk heeft minimaal drie Nederlandse (oud-)sporters op de korrel in de 'Weense dopingzaak' rond bloedbank Humanplasma. Dat bevestigde Herman Ram van de Nederlandse Dopingautoriteit.

Het justitiële onderzoek bevindt zich in de afrondende fase en de Dopingautoriteit heeft inzage gehad in de relevante dossiers. "Momenteel gaat het om drie Nederlanders tegen wie ernstige verdenking is", aldus Ram, die geen namen noemde en ook niet wilde zeggen welke sport of sporten het betreft.

De Dopingautoriteit kan op basis van de dossiers een tuchtprocedure beginnen. In het AD liet Ram optekenen "dat drie Nederlanders een probleem hebben".

Bloeddoping Humanplasma heeft toegegeven dat ongeveer dertig atleten in de periode tussen 2003 en 2006 bloed hebben afgestaan. Het bloed werd bewaard en op een later tijdstip via een infuus teruggegeven. Door deze vorm van bloeddoping kan de atleet zijn uithoudingsvermogen vergroten.

Humanplasma onthulde afgelopen maart zelf dat onder anderen wielermanager Stefan Matschiner tot de mensen behoorde die regelde dat sporters hun bloed kwamen afstaan. Matschiner was de manager van de inmiddels gestopte Oostenrijkse wielrenner Bernhard Kohl, die dope gebruikte in de Ronde van Frankrijk in 2008.

Nederlandse renners Kohl bekende vorig jaar dat hij klant was van Humanplasma en noemde ook de namen van Michael Boogerd en Thomas Dekker. Beide Nederlandse wielrenners spraken hun betrokkenheid tegen. Wel reisden zij vorig jaar op verzoek van de Oostenrijkse justitie naar Wenen. Niet als verdachten, maar om een getuigenis af te leggen. Ook de Raborenners Denis Mentsjov, Pieter Weening en Joost Posthuma legden een verklaring af.

In het onderzoek zijn volgens Ram diverse Nederlandse sporters genoemd. "Maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal verdacht zijn. Ik weet niet of het nog weken of maanden gaat duren voor het onderzoek is afgerond."