Uniek fossiel vult gat in menselijke evolutie

Wetenschappers hebben twee fossielen gevonden die nieuw licht kunnen werpen op de evolutie van de mens. De versteende skeletten van een vrouw en een jongen passen in een gat tussen aapmensen en de vroegste mensen.

Het vakblad Science presenteert de vondst vandaag prominent op de voorpagina.

Wat de twee miljoen jaar oude vondst extra uniek maakt is dat er veel botten zijn teruggevonden, die bovendien in een goede staat verkeren. Dat was mogelijk doordat de botten in een afgelegen stuk van de grot lagen, waar aaseters geen schade konden aanrichten.

De wetenschappers hebben onder andere een bijna complete schedel, een bekken en een enkel teruggevonden.

Tussenvorm

Omdat het skelet zo compleet is, kunnen de wetenschappers zien dat het hier gaat om een mensachtige die tussen de aap en de moderne mens instaat. Ze hadden lange armen om in bomen te slingeren, maar ook lange benen om rechtop te lopen.

Het wezen had een kleine schedelinhoud, maar wel tanden en een neus zoals huidige mensen die ook hebben. Beiden waren zo'n 1,30 meter groot en wogen rond de dertig kilo.

Familie

De vrouw zal eind twintig zijn geweest, de jongen was een jaar of twaalf. Of ze familie waren is niet meer te achterhalen.

"Deze fossielen geven ons een ongekend gedetailleerde blik op een nieuw hoofdstuk in de menselijke evolutie", zegt Lee Berger, die het onderzoek leidde. "Het is een mozaïek van kenmerken die bewijst dat zij zich in beide werelden op hun gemak hebben gevoeld."

Kwartiertje zoeken

De skeletten werden in 2008 gevonden door de zoon van paleoantropoloog Berger, die met zijn vader op pad was in een regio van Zuid-Afrika waar vaak fossielen worden gevonden, de grotten van Malapa.

Na een kwartiertje zoeken kwam hij terug met een deel van het fossiel, dat waarschijnlijk door mijnwerkers aan de kant was gegooid.

Dieper in de grotten werden meer resten gevonden, evenals botten van 25 andere dieren, onder meer sabeltandkatten, antilopen en een paard. "Misschien waren ze in die grot om water te zoeken", speculeert een van de vinders. "Ze zijn te diep gegaan en konden de weg niet meer terugvinden of zijn in een diepe schacht gevallen."

Wedstrijd

De wetenschappers hebben de soort Australopithecus sebida genoemd. Er is een wedstrijd uitgeschreven om een naam te verzinnen voor het jongetje.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl