Brandweerplannen vallen slecht

Door redacteur Olof van Joolen

Vlammen en rook komen uit een prullenbak aan de Lijnbaan. Voorbijgangers bellen direct 112 en binnen acht minuten komt de Rotterdamse brandweer voorrijden. Niet in een grote brandweerwagen met zes man erin, maar met een bestelbus. De twee brandweermannen die uit de wagen springen, trekken de achterdeuren open en vanuit het binnenste van het busje trekken ze een brandslang tevoorschijn. Binnen een paar minuten is de brand uit.

Over drie jaar moet dit scenario realiteit zijn, als de directeur van de hulpverleningsregio Rotterdam Rijnmond tenminste zijn zin krijgt. Don Berghuijs is de eerste brandweerbaas die hiermee de nog wat abstracte toekomstplannen van de brandweer omzet in concrete voorstellen.

Anderhalve week terug maakte de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) bekend dat de brandweer het anders gaat doen. De toekomstvisie is meer branden proberen te voorkomen en minder blussen.

Kosten

De uit de hand gelopen kosten bij de brandweer vormen de aanleiding voor de veranderingen. De afgelopen tien jaar zijn ze verdubbeld tot ruim een miljard euro. Tegelijkertijd neemt het aantal slachtoffers en de hoeveelheid schade niet af. In een tijd dat bezuinigingen ook bij gemeenten boven de markt hangen, is dat geen goed verhaal en moeten de korpsen het over een andere boeg gooien.

Rotterdam zoekt het in minder grote brandweerwagens en meer brandweerbusjes. 'Snelle interventieteams', noemt Don Berghuijs ze. Volgens de brandweerchef kunnen de ploegen sneller ter plekke zijn en is het bij veel incidenten helemaal niet nodig om een grote wagen met zes man te sturen.

Één organisatie

Daarnaast wil Berghuijs de brandweer en ambulancedienst zoveel mogelijk tot één organisatie maken. Dat betekent dus geen aparte kazernes en dubbel kantoorpersoneel meer. Bovendien wil het korps Rotterdam-Rijnmond chauffeurs van brandweerwagens ook gaan inzetten op ambulances en omgekeerd.

Ze willen het niet met naam en toenaam zeggen, maar vooral medewerkers van de ambulancedienst vinden het een 'krankzinnig plan'. De chauffeurs zijn al lang niet meer alleen opgeleid om een slachtoffer zo snel mogelijk bij het ziekenhuis in te leveren. Het zijn geneeskundig getrainde professionals die tijdens hulpverlening hun collega's assisteren. Zo iemand kan je niet even vervangen door iemand van de brandweer, die alleen een EHBO-cursus heeft gehad.

"Lijkt me niet"

"Wij worden opgeofferd aan het gat in de hand van de brandweer. Ze hebben met geld gesmeten de afgelopen jaren en nu moeten wij dat recht gaan breien. Het lijkt me niet", sneert een ambulanceverpleegkundige. Ook onder brandweerchauffeurs is het enthousiasme erg beperkt. Ze krijgen steun van de Vereniging van Brandweervrijwilligers.

"We dachten dat dit een 1 april grap was", zegt voorzitter Cees van Beek. "Dit soort ideeën kan je echt niet serieus nemen. Het is volgens ons onzinnig om kleine brandweerwagens te sturen terwijl je weet dat bij een groter incident alsnog een grote tankautospuit moet komen. Bovendien is het gevaarlijk. Bij grote binnenbranden moeten mensen langer op hulp wachten dan nu. Dat is ook voor onze mensen gevaarlijk want het risico bestaat dat ze toch naar binnen gaan terwijl er eigenlijk niet genoeg mensen zijn om het veilig te doen."

Besparing

Don Berghuijs is niet van de kritiek onder de indruk. Hij zegt te beseffen dat veranderingen moeilijk zijn, maar de medewerkers zullen er toch aan moeten. De brandweer en de ambulancedienst bedienen volgens hem zo beter de burgers. En bovendien levert het op den duur 4 miljoen euro per jaar op.