NOS NieuwsAangepast

'Dodental beving Haïti veel lager'

Door Hans Jaap Melissen, verslaggever Wereldomroep

Er zijn bij de aardbeving op Haïti veel minder doden gevallen dan de overheid beweert. De regering zegt nu 217.000 lichamen begraven te hebben. President Rene Preval noemde afgelopen zondag zelfs een schatting van 300.000 doden.

Maar een rondgang langs de getroffen gebieden laat een heel ander beeld zien. Haïti heeft ongeveer 52.000 doden begraven na de aardbeving van 12 januari. Er liggen nog lichamen onder het puin, maar het dodental zal niet uitkomen boven de 100.000.

Voor een goed begrip van dat getal moet je niet alleen in Port au Prince zijn.

Nauwkeurig geteld Het epicentrum van de aardbeving lag in Leogane, een half uur rijden naar het westen. Zo'n 80 procent van de gebouwen is verwoest of zwaar beschadigd. Al snel meldde de overheid dat er in Leogane 20.000 tot 30.000 doden waren gevallen. Maar volgens de lokale autoriteiten zijn er nu 3364 lichamen geborgen, een getal dat tot 5000 zou kunnen oplopen, in een gemeenschap van ongeveer 200.000 zielen.

In het zuidelijke Jacmel zijn er niet 4000 (zoals eerst gemeld) maar 400 doden. In Petit Goave, Grand Goave en Gressier gezamenlijk 1367. In al deze plaatsen wordt nauwkeurig geteld en dit getal is inclusief 20 lichamen die nog moeten worden geborgen.

Massagraf Dan terug naar de hoofdstad. Op de grote begraafplaats van Port-au-Prince zijn ongeveer 18.000 lichamen binnen gebracht. Een rondgang langs de overige begraafplaatsen levert hooguit 7000 lichamen op. Ook hier is vaak door beheerders geteld of kan een betrouwbare schatting worden gemaakt.

Al vrij gauw na de aardbeving begon de regering lijken naar een massagraf buiten de stad te brengen, in Titanyen. Maar bezoeken ter plekke en gesprekken met betrokkenen maken duidelijk dat daar nu hooguit 20.000 lichamen kunnen liggen. Overigens is dat een zeer ruime schatting, wellicht zelfs 7000 doden te hoog.

In Titanyen arriveren de laatste tijd hoogstens 30 tot 50 lijken per dag. Deze plek buiten de stad is al jaren de locatie waar niet-geclaimde doden van ziekenhuizen worden begraven, een praktijk die nog steeds doorgaat. Met ruime marges zijn er dus nu totaal bijna 52.000 doden geborgen.

Nog onder het puin Her en der hebben ook mensen familieleden zelf begraven of verbrand, maar dat zijn er eerder duizenden dan tienduizenden. De marge voor het getal van Titanyen is hiervoor al ruim genoeg. De overheid riep na de beving al snel op, via de nog steeds werkende radio, om de lijken langs de weg, bij kerken, of voor begraafplaatsen te verzamelen, voor transport naar de massagraven.

De belangrijke vraag is uiteraard, hoeveel mensen er nog onder het puin liggen. Dat gaat om duizenden, dat is zeker. Maar waarschijnlijk niet om vele tienduizenden. Juist op plekken waar grote aantallen tegelijk omkwamen (bij scholen, hotels en supermarkten) is al uitgebreid geruimd. Maar zelfs als er nog 30.000 lichamen gevonden zouden kunnen worden onder het puin, staat het dodental op 'maar' 82.000.

Er zou nog een extra veiligheidsmarge kunnen worden ingebouwd voor lichamen die in zee zijn verdwenen, of tussen weggebracht puin, of meegenomen naar geboortedorpen buiten Port-au-Prince, iets wat overigens nauwelijks is gebeurd. Zelfs als dat er totaal 10.000 zouden zijn, komt het dodental niet boven de 92.000 uit. Een getal dat met bijzonder ruime marges is opgebouwd.

Tijd om te vluchten "Dat het dodental niet zo hoog is als eerst gedacht komt ondermeer doordat veel mensen om 16:53 uur buiten waren," legt Desir Maxerne uit, lid van het gemeentebestuur in het zwaar getroffen Leogane. "En mensen konden als ze binnen waren vaak nog net ontsnappen."

De aardbeving duurde 35 seconden. Veel gebouwen stortten niet meteen in elkaar, maar pas na bijvoorbeeld 20 seconden, wat mensen de tijd gaf naar buiten te rennen. Bij die ontsnapping raakten wel velen gewond, maar gingen niet dood.

Gesprekken met overheidsfunctionarissen over het dodental leveren een wonderlijk tafereel op. Niemand lijkt verantwoordelijk. Iedereen verwijst naar minister van Cultuur en Communicatie Lasseque. Zij houdt al weken vast aan het hoge dodental van boven de 200.000. Maar zij kan niet overtuigend vertellen hoe ze daaraan is gekomen.

Kritiek Intussen groeit de kritiek op president Preval, hij zou niet genoeg de leiding hebben genomen en te makkelijk buitenlanders zoals de Amerikanen veel te zeggen hebben gegeven. De regering beroept zich steeds op het feit dat de ramp zo groot was, dat die keuze wel moest worden gemaakt.

Een keuze waarbij, volgens sommige betrokkenen, een lager dodental niet goed uitkomt.

In een reactie zegt de VN uit te gaan van officiële cijfers, omdat er geen eigen onderzoek wordt gedaan. Hulpverleners sluiten niet uit dat het dodental is overschat.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl