Irak laat omstreden kandidaten toe

In Irak mogen honderden kandidaten die op een zwarte lijst stonden, toch meedoen aan de verkiezingen voor het parlement op 7 maart. Eerder was hen dat verboden, omdat ze banden zouden hebben gehad met de Baath-partij van Saddam Hussein.

Een raad van beroep heeft het verbod nu teruggedraaid. De raad vindt dat de kandidaten pas na de verkiezingen moeten worden beoordeeld. Dat betekent ook dat gekozen kandidaten niet aan hun werkzaamheden mogen beginnen zonder goedkeuring van de raad.

Een lid van de raad, Hamdiya al-Hussaini, zegt dat de nieuwe parlementsleden pas aan de slag kunnen als is vastgesteld dat zij geen enkele connectie hebben met het regime van oud-dictator Saddam.

Angel De soennitische minderheid die onder Saddam een bevoorrechte positie had, zag in het verbod een poging van de sjiieten om hen politiek te marginaliseren.

De beslissing van de raad haalt de angel uit het al langer lopende conflict over de zwarte lijst waar meer dan 450 namen op staan. De verkiezingen worden als een cruciale stap gezien in de richting van verzoening tussen de soennieten en de sjiiten in Irak.