NOS NieuwsAangepast

Erger dan de hel

Door Ad van Liempt, journalist en eindredacteur van NPS-serie De Oorlog

Het is een van de meest sobere en aangrijpende herdenkingsplechtigheden die er bestaan. Tussen 23 en 27 januari lezen honderden vrijwilligers in estafettevorm alle 102.000 namen voor van de Holocaust-slachtoffers die vanuit Nederland in de vernietigingskampen zijn terechtgekomen en vermoord. Ze vertrekken uit verschillende steden in bussen naar het voormalige doorgangskamp Westerbork. Daar ligt het zwaartepunt van de voorlezing. 102.000 namen, dat is dus vijf dagen lezen. Extreem lang, maar dat is absoluut nodig om een heel klein beetje in de buurt te komen van enig besef omtrent dat onbegrijpelijke verschijnsel: de machinale moord op bijna zes miljoen Europese Joden en enige tienduizenden Sinti en Roma. Dante's Hel De herdenking van de holocaust neemt steeds massalere vormen aan. Kofi Anan, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, riep in 2005 de landen op om een internationale herdenking te houden op 27 januari, de dag dat Auschwitz bevrijd is. Die keuze is alleszins redelijk. Auschwitz is het onbetwiste symbool van de Jodenmoord. Er zijn daar meer dan een miljoen Joden vergast. Wat er zich heeft afgespeeld gaat elke menselijke voorstelling te boven. Een Duitse dokter, Johann Paul Kremer, die enige tijd in Auschwitz-Birkenau de vergassingen begeleidde, schreef na zijn eerste werkdag aldaar in zijn dagboek: "In vergelijking hiermee lijkt Dante's Hel mij bijna een komedie." Gebroken spiegels Jan Wolkers kreeg midden jaren zeventig de opdracht een Auschwitz-monument te ontwerpen en hij vroeg zich af hoe die misdaad in beelden te vangen zou zijn, "een misdaad waarvan je het gevoel hebt dat die nog niet uitgewist zal zijn als onze planeet over twee of tweeduizend eeuwen in het heelal zal zijn opgelost". Wolkers koos voor gebroken spiegels, zodat boven die plek "de hemel nooit meer ongeschonden weerspiegeld zou kunnen worden". Auschwitz is vooral symbool geworden door de massaliteit van de misdaad die daar is bedreven. En ook wel omdat de plek, het schuldige landschap, nog zo herkenbaar aanwezig is. De nazi's hebben bij de nadering van de Russen in januari 1945 weliswaar een aantal crematoria opgeblazen en barakken in brand gestoken, maar wie ooit in Birkenau heeft rondgelopen, het kamp waar de moordmachine de hoogste toeren haalde, weet dat de geschiedenis zich daar niet heeft laten wegslopen.

Sobibor In de tekst op het paneel naast het Auschwitz-monument van Jan Wolkers staat overigens, volkomen terecht, nog een kamp genoemd: Sobibor. Dat lag diep in Polen, tegen de grens met de Oekraine, en het was de bedoeling van de nazi's dat wij daar nooit van gehoord zouden hebben. Nu weten we dat daar 34.000 Nederlanders zijn vermoord en dat er bijna niemand levend uitgekomen is. Als de taak van Sobibor erop zou zitten, zouden een paar honderd Joodse gevangenen het kamp moeten afbreken, en er boompjes planten of rogge. Daarna zouden ze naar een ander kamp worden overgebracht om direct te worden gedood. Zo was het met het naburige Belzec ook gegaan. Er waren daar tot maart 1943 436.000 Joden vermoord, en daarna waren de laatste Joodse dwangarbeiders naar Sobibor afgevoerd. Om te worden vergast. Dat wisten ze maar al te goed en daarom weigerden ze de gaskamers in te gaan. Ze werden een voor een doodgeschoten. Opstand In Sobibor mislukte deze opzet. In wanhoop beraamden de Arbeitshäftlinge (geselecteerde Joden die niet direct werden gedood, maar hun laatste weken of maanden moesten helpen met het verbranden van lijken en het sorteren van kleren) een opstand en die lukte nog ook. Er vielen weliswaar honderden doden onder de vluchtenden, maar 47 Joodse gevangenen ontkwamen en overleefden de oorlog. Zij konden de wereld vertellen wat er in Sobibor gebeurd was. Dat is gedocumenteerd. Er is een voortreffelijk boek over waar het allemaal in staat. Geschreven door de Nederlander Jules Schelvis, de man die er zijn vrouw en schoonfamilie verloor, en die zelf na een paar uur het kamp mocht verlaten om elders als dwangarbeider te worden afgebeuld. Schelvis heeft na zijn pensionering zijn woede in energie omgezet en daarmee de geschiedenis van Sobibor tot in detail gereconstrueerd. Het blijft toch knagen dat Sobibor relatief onbekend is gebleven. Dat was nou juist de bedoeling van de nazi's en daar dreigen ze nog hun zin in te krijgen ook. Het is het (enige?) voordeel van het proces tegen Demjanjuk: dat de wereld opnieuw te horen krijgt over de onvoorstelbare gruwelijkheid van Sobibor, waar 19 treinen uit Westerbork aankwamen, van 5 maart tot 23 juli 1943, met 34.313 mensen aan boord. Bergen-Belsen Er is nog een derde nazi-kamp met een belangrijke symboolwaarde, zeker voor Nederland. Dat is Bergen-Belsen, relatief vlakbij, in de buurt van Celle, nog net in het voormalige West-Duitsland. Dat kamp kreeg z'n afstotelijke reputatie doordat het bij de bevrijding in april 1945 in een onvoorstelbare chaos verkeerde. De nazi-leiding had de gevangenen volkomen verwaarloosd, er was geen eten, geen gezondheidszorg, er werden geen doden meer begraven. Ook daarbij vergeleken was Dante's Hel heel goed te doen. De Engelsen troffen er onafzienbare stapels lijken aan, met bulldozers moesten militairen die in massagraven schuiven. Er is een filmbeeld waarop zo'n bulldozermachinist een zakdoek voor zijn mond heeft gebonden. Apocalyptisch Vorig jaar was ik in Bergen Belsen met twee broers, Micha en Dukie Gelber. Als jongetjes hadden ze veertien maanden in het kamp moeten leven. Ze hadden alles gezien wat zich daar afspeelde. Op het allerlaatst, toen er bijna geen leven meer zat in dat kamp, waren ze nog in een enorm lange trein gezet, met 2500 Joden die meer dood dan levend waren en die een bizarre reis van veertien dagen door het niemandsland tussen de fronten maakte. Op het perron waar de trein was vertrokken, zagen ze alle apocalyptische beelden weer voor zich. Auschwitz, Sobibor, Bergen-Belsen. Het is geen poging tot top drie, want over Mauthausen en Dora en Stuthof en Dachau en Neuengamme en al die andere helse oorden zijn even gruwelijke verhalen bekend. Maar een mens leeft bij symbolen. En Auschwitz wordt als symbool almaar belangrijker. Als niemand het meer over de Tweede Wereldoorlog heeft, zal 27 januari nog altijd de dag van de herdenking van de holocaust zijn, of dat nu over twee of tweeduizend eeuwen is.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de VARA-gids. In april verschijnt van de hand van Ad van Liempt een boek over de enige nog levende Nederlandse die Sobibor overleefde, Selma Wijnberg. Zij woont al bijna zestig jaar in de Verenigde Staten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl