Achtergrond strafzaak tegen Wilders
Door redacteur Merlijn Stoffels
Vandaag is het proces tegen PVV-voorman Geert Wilders begonnen. Hij wordt verdacht van het aanzetten tot discriminatie en haat, en het beledigen van moslims als groep. Zijn advocaat, Bram Moszkowicz, heeft bezwaar aangetekend.
Wilders wordt vervolgd voor de uitspraken in kranten en op internet over de islam. Zo vergeleek hij de Koran met Hitlers Mein Kampf. Verder deed hij uitspraken als: "Ik heb genoeg van de Koran in Nederland: verbied dat fascistische boek" en "We moeten de tsunami van de islamisering stoppen. Die raakt ons in ons hart, in onze identiteit, in onze cultuur."
Volgens Moszkowicz heeft Wilders wel kritiek op de godsdienst islam, maar niet op moslims. Hij vindt daarom dat Wilders hier niet voor vervolgd mag worden. Moszkowicz beroept zich hierbij op de uitspraak van de Hoge Raad afgelopen voorjaar.
Vrijspraak De Raad sprak toen een man vrij die voor zijn raam een poster had hangen met de tekst: 'Stop het gezwel dat islam heet'. Volgens de hoogste rechter hoeft kritiek op een godsdienst niet gelijk kritiek op de gelovigen te zijn.
Als de Amsterdamse rechter vindt dat voor Geert Wilders hetzelfde geldt, is er ook in zijn geval geen sprake van belediging van een groep. De verdenking tegen de politicus wordt dan minder zwaar. Vandaag beslist de rechtbank of Moszkowicz gelijk heeft.
Haat zaaien Als de rechtbank vandaag beslist dat Wilders niet vervolgd mag worden voor het beledigen van moslims vanwege hun geloof, is de rechtzaak zelf niet van de baan.
Wilders wordt ook verdacht van het aanzetten tot haat en discriminatie. Het gaat dan om uitspraken die hij heeft gedaan in de film Fitna, maar ook in diverse kranten. Hij zou bijvoorbeeld hebben gezegd dat de grenzen dicht moeten en dat er geen islamieten meer het land in mogen.
Kritiek Opvallend is dat het Openbaar Ministerie aanvankelijk Wilders niet wilde vervolgen. Justitie noemde de uitspraken van Wilders slechts kritiek op de islam. Van belediging aan het adres van moslims als bevolkingsgroep was volgens Justitie geen spraken.
Daarom werd afgezien van vervolging, maar daar waren advocaten en de anti-racisme club Nederland Bekent Kleur, die aangifte hadden gedaan tegen Wilders, het niet mee eens. Zij gingen in beroep tegen dit besluit bij het hof in Amsterdam.
Het gerechtshof kwam tot een ander oordeel. Wilders heeft zich volgens het hof wel degelijk schuldig gemaakt aan het beledigen van een groep mensen. De uitspraken waren volgens het hof onnodig kwetsend voor de aanhangers van de islam.
Ook werden de uitspraken volgens het hof steeds feller. Het hof wilde daarom dat een rechter onderzoekt of de uitspraken van Wilders binnen de wet vallen.
Hans Janmaat De zaak is heel bijzonder, want het is maar een keer eerder voorgekomen dat een politicus is veroordeeld wegens discriminatie. Hans Janmaat van de Centrum Democraten is de enige Nederlandse politicus die is veroordeeld voor discriminatie.
Hij werd in april 1997 veroordeeld voor uitspraken als "vol is vol" en "eigen volk eerst". Janmaat kreeg een voorwaardelijke celstraf en een boete van 7500 gulden (3400 euro).
Het kamerlid Van Dijke van de RPF werd ook vervolgd. De politicus vergeleek homo's met dieven, want ze waren volgens hem in de ogen van God allebei zondaars. Hij werd vrijgesproken.
Getuigen Volgende week gaat de rechtszaak verder. Dan moet duidelijk worden welke getuigen worden opgeroepen. Volgens Wilders is bijvoorbeeld Mohammed B. het levende bewijs is dat de islam een inspiratiebron is voor geweld.
De echte behandeling van de zaak zal nog wel even op zich laten wachten. Waarschijnlijk wordt het niet voor de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart aanstaande, zo liet Wilders' advocaat al eerder weten.