'Dieren vinden die sneeuw wel leuk'

Door redacteur Rachel de Meijer

Hoe gaat het met de dieren, nu het in Nederland aanhoudend koud is? Samen met jachtopzichter Johan Wensink gaan we in Nationaal Park De Hoge Veluwe kijken of ze er last van hebben.

"Dieren kunnen de kou goed verdragen, sommigen beleven er zelfs plezier aan", zegt Wensink. "Vossen houden, net als honden, ervan om flink door de sneeuw te rollen."

Andere dieren in het park hebben minder pret, maar van koude tenen hebben ze zeker geen last. De edelherten, reeën en wilde zwijnen vinden nog voldoende voedsel en bovendien hebben ze in de zomer en het najaar een flinke vetlaag gekweekt. Die zorgt ervoor dat ze in de winter tegen een stootje kunnen.

Maar op de open vlakte zal je ze nu niet vinden, te veel wind en dus te koud.

Staartje Met de jeep gaan we naar ze op zoek. Het park ligt er sprookjesachtig bij, afgezien van de fietspaden is er in het natuurgebied nergens gestrooid. Het maagdelijke sneeuwdek wordt alleen aangetast door de sporen van dieren die in het park leven.

Johan Wensink onderscheidt ze met gemak en wijst ons op de voetstappen van dassen, moeflons, reeën, wilde zwijnen, edelherten en zelfs muizen; herkenbaar aan het lijntje dat de muizenstaart door de sneeuw trekt.

De ervaren jachtopzichter, sinds 1972 aan het werk in het park, ontgaat niets. Hij is dan ook de eerste die tussen de bomen een edelhert ontwaart. De dieren verstoppen zich diep in het bos, maar al snel zien we meerdere exemplaren tussen de bomen lopen.

We moeten stil zijn, want de minste beweging jaagt ze op de vlucht. "Het zijn zenuwpezen", zegt Wensink, "dat heb je met prooidieren".

Afschieten Wensink praat met veel liefde over 'zijn' dieren en hij herkent ze allemaal. Velen van hen hebben zelfs een naam.

Toch moet hij ze ook afschieten om de stand in het park op peil te houden. "Het is dubbel", zegt hij, maar hij heeft er geen moeite mee. Als de dieren oud zijn en wegkwijnen worden ze in het wild door bijvoorbeeld wolven gedood. "Hier zijn geen wolven, dus doen wij dat."

We vervolgen onze tocht en zien een stuk omgewoelde grond, het bewijs van een everzwijn op zoek naar eten. Een roofvogel had in ieder geval een goeie dag vandaag, veertjes in de sneeuw verraden een geslaagde vangst. En zo komen de Veluwse dieren de winter door. Bijvoederen is nog lang niet nodig.