NOS SchaatsenAangepast

Kramer: harder dan dit kan ik niet

Sven Kramer ging tot het uiterste. Veel harder dan het baanrecord van 12.45,08 waarmee hij in Thialf zijn olympische ticket op de tien kilometer veiligstelde, kan hij niet. "Op dit moment denk ik niet, nee. Maar misschien hoeft dat wel niet."

Met die laatste opmerking doelt Kramer op Sotsji, waar hij het meest te duchten zal hebben van Jorrit Bergsma en Bob de Jong, die zaterdag ook goed reden maar niet aan Kramer konden tippen. "Misschien hebben we nu zo'n niveau neergelegd dat we bij de Spelen allemaal naar de kloten zijn."

Bergsma was ruim twee seconden langzamer en De Jong vijf seconden. "Dit was samen met Jorrit en Bob superniveau tien kilometer. Dit zie je in andere landen niet", aldus Kramer, wiens volgende tien kilometer de olympische rit is. "Tot die tijd wordt het bijhouden."

Bergsma uit zicht

Kramer had het in zijn race tegen Bergsma even benauwd toen hij op grote achterstand werd gereden. In paniek raakte hij echter niet. Kramer hield vast aan zijn eigen tempo.

"Ik dacht wel: hij is wel heel goed bezig en het gat wordt steeds groter", zegt Kramer. "Als hij niet instort, dan blijft hij voor. Maar voor mezelf denk ik dan: hou je aan het plan. Op een gegeven moment bleef het hetzelfde en op het eind kon ik hem weer naar me toe trekken."

Geen rondebord nodig

Eerder versnellen was geen optie voor Kramer. "Rondjes rijden tussen de 30,5 en 30,8 is mijn steady pace, van daaruit kan ik het best versnellen. Als ik dat eerder doe, kom ik niet meer in de 29'ers."

"En langzaam dichterbij komen is ook fantastisch. Helemaal als het publiek er achter gaat staan. Aan hen hoorde ik of ik een goede ronde reed of niet. Ik had geen bordje nodig."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl