NOS SchaatsenAangepast

Wüst: competitie maakt me sterk

Ontspannen leeft Ireen Wüst toe naar het olympisch kwalificatietoernooi, dat op Tweede Kerstdag in Thialf losbarst.

"Maar een beetje spannend is het toch wel", moet het boegbeeld van het Nederlandse vrouwenschaatsen toegeven. "Ik kan me geen foutje permitteren. Maar ik ben ook niet van plan om die te maken."

Wüst lijkt op de 1.500 en de 3.000 meter een olympisch ticket niet te kunnen ontgaan en eigenlijk moet het op de 1.000 meter ook wel lukken. De vijf kilometer reed ze nog niet dit seizoen, maar het is de vraag of iemand op dat nummer beter is dan de Brabantse.

Geen zorgen

"Ik maak me er geen zorgen over", klinkt de olympisch kampioene van Turijn (2006) en Vancouver (2010) vol zelfvertrouwen. "Dat zou ook verkeerd zijn. Ik zal er echter wel flink voor moeten schaatsen. Dat is goed. Het houdt me scherp."

Wüst wijst er op dat ze in het voorseizoen af en toe toch wat meer concurrentie had dan ploeggenoot Sven Kramer, die heerste op de lange afstanden. Zo was Jorien ter Mors bij wereldbekerwedstrijden in Berlijn sneller op de 1.500 meter, zij het dat de shorttrackster in de B-groep reed. Wüst won de afstand, maar was dus niet de snelste van de dag.

"Ik verheug me op een echt duel met haar", aldus een strijdlustige Wüst. "Tijden vergelijken die onder andere omstandigheden zijn gereden, is zinloos. We zullen zien wie in Heerenveen de snelste is."

Twee maten

Eigenlijk vindt Wüst dat ze geen OKT zou hoeven te rijden. In elk geval niet op alle afstanden. "Er is een prestatiematrix gemaakt op basis van in het verleden behaalde resultaten. Die bepaalt mede wie straks naar de Winterspelen van Sotsji gaan. Er is echter geen rekening gehouden met wie die prestaties hebben neergezet. Dat is meten met twee maten en misbruik maken van je topschaatsers."

Toch lijken er voor de voornaamste medaillekandidaten nog voldoende ontsnappingsroutes te zijn. Wüst heeft echter haar twijfels. "Stel dat ik ziek word, of ik eindig als achtste op een afstand. Gaan ze me dan nog meenemen? Ik denk het niet."

"Daarom had men mij beter op voorhand kunnen aanwijzen. Verder vind ik de competitie altijd leuk. Het maakt me sterk. Maar ik ben wel gedwongen een extra inspanning te doen die voor de buitenlandse concurrentie niet op het programma staat. Het is nu erop of eronder."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl