Nieuwe informateurs Dijkgraaf en Van Zwol krijgen maximaal acht weken
De Tweede Kamer heeft oud-SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf en staatsraad Richard van Zwol aangewezen als de nieuwe informateurs. Dat is de meest concrete uitkomst van het Tweede Kamerdebat over het eindverslag van de vorige informateur, Kim Putters.
PVV-leider Wilders, de voorzitter van de grootste fractie, kondigde de voordracht van Dijkgraaf en Van Zwol aan het begin van het debat aan en die twee namen worden gesteund door een ruime meerderheid. Ze moeten hun opdracht binnen uiterlijk acht weken afronden, maar liefst eerder. De twee moeten onderzoeken of er een 'programkabinet' kan komen op basis van een akkoord op hoofdlijnen tussen PVV, VVD, NSC en BBB.
Dijkgraaf, die bijna acht jaar in de Tweede Kamer zat voor de SGP, is hoogleraar economie. Van Zwol, die lid is van het CDA, is sinds 2017 staatsraad in de Raad van State. Eerder was hij topambtenaar bij verschillende ministeries.
Putters adviseerde vorige week al te gaan onderhandelen over een programkabinet. Hij ziet dat als "een vorm die varieert op het model van een extraparlementair kabinet". PVV, VVD, NSC en BBB moeten eerst een beknopt regeerakkoord sluiten en dat moet door de nieuwe bewindslieden worden uitgewerkt in een regeerprogramma.
Wilders sprak over de hoop van zijn kiezers dat de problemen "eindelijk worden opgelost" en dat er een rechts of centrumrechts kabinet komt.
In het debat ging het tot nu vaak over de vraag wat 'programkabinet' nu precies betekent. De PVV-voorman zei ook dat het niet zijn term is, maar dat hij er wel mee kan leven. Volgens hem moet er een akkoord op hoofdlijnen worden gesloten, waar je een kabinet bij zoekt.
Nieuwe bestuurscultuur
Vooral NSC-voorman Omtzigt toonde zich blij met de nu gekozen formulering. Volgens hem sluit het programkabinet aan bij de wens van zijn partij om tot een nieuwe bestuurscultuur te komen.
Onder meer GroenLinks-PvdA, D66, CDA en Volt lieten zich heel sceptisch uit over de nieuwe vorm. Volgens hen is er eigenlijk sprake van een meerderheidskabinet. D66-leider Jetten sprak van een "eerste kabinet-Wilders, misschien met een andere premier". En Volt-voorman Dassen sprak van een "politieke taaltruc en een verlamkabinet".
In een toelichting tijdens het debat benadrukte Putters dat de term programkabinet niet door hem bedacht is, maar ook al eerder in de parlementaire geschiedenis is gebruikt, bijvoorbeeld onder premier Drees. Volgens hem moet het systeem zich nu in de praktijk bewijzen, maar liggen er kansen om "grote vraagstukken aan te pakken". Putters zei dat bij dichtgetimmerde regeerakkoorden in de praktijk vaak mensen vastlopen.
Flinke verschillen
PVV, VVD, NSC en BBB willen nu graag snel met inhoudelijke onderhandelingen beginnen, al wezen de partijen erop dat er nog flinke verschillen zijn. In het debat herhaalde Wilders dat hij liever zelf minister-president was geworden, maar dat "de liefde voor mijn land groter is dan voor mijn eigen positie".
Daarom legt hij zich er bij neer dat alle vier fractievoorzitters van de formerende partijen in de Kamer blijven. GroenLinks-PvdA-voorman Timmermans hekelde dat Wilders het eerder ondemocratisch heeft genoemd dat hij als leider van de grootste partij geen premier wordt. Timmermans sprak van een "messiascomplex": "U heeft 37 zetels in de Kamer en dat geeft u het recht het initiatief te nemen, maar daar houdt uw recht mee op."
Wilders zei dat hij later in de onderhandelingen "het voorrecht heeft om iemand als premier voor te dragen", maar dat de persoon in kwestie "natuurlijk" ook door de andere drie partijen moet worden gedragen.