De Arbeidsinspectie wil boetes uitdelen aan 23 agrarische bedrijven en een uitwisselingsstichting, omdat zij volgens de inspectie niet goed zijn omgegaan met buitenlandse stagiairs. Volgens Marijke Kaptein, de directeur Toezicht van de Arbeidsinspectie, was er sprake van een 'schijnconstructie'.
De bedrijven zijn geschrokken van de beschuldiging en ontkennen de aantijgingen. De bedrijven krijgen nog de kans om hun kijk op het onderzoek te delen met de inspectie.
'Nep-stages'
De Arbeidsinspectie deed ruim drie jaar onderzoek naar agrarische bedrijven die in 2019 buitenlandse stagiairs ontvingen. Die stagiairs kwamen naar Nederland via de Stichting Uitwisseling en Studiereizen voor het Platteland (SUSP). Deze stichting bestaat sinds 1949 en zendt Nederlandse studenten voor stages naar het buitenland en haalt buitenlandse studenten naar Nederland.
De bedrijven zouden stagiairs in plaats van een stage te bieden te veel hebben laten werken. Ook zouden er fouten zijn gemaakt bij de aangevraagde tewerkstellingsvergunningen voor de stagiairs.
In een interview met Nieuwsuur spreekt de Arbeidsinspectie van misleiding en 'nep-stages'. "Dit is echt heel kwalijk." zegt directeur Kaptein. "De bedrijven die een boete krijgen, hebben dit allemaal willens en wetens gedaan."
Nieuwsuur las meerdere onderzoeksrapporten die bedrijven ontvingen van de Arbeidsinspectie. In die rapporten wordt niet gesproken over misleiding of een schijnconstructie.
We hebben verhalen gehoord van mensen die de hele dag mest stonden te scheppen.
Als het aan de inspectie ligt, moeten de land- en tuinbouwers gezamenlijk voor ruim drie ton aan boetes betalen. Stichting SUSP ontvangt daarnaast een voorgenomen boete van ruim een ton. De stichting ontkent elke vorm van opzet. "SUSP herkent deze stelling vanuit het rapport van de Arbeidsinspectie niet en doet daar dan ook afstand van."
Mest scheppen
Volgens de Arbeidsinspectie zijn er twee wetten overtreden: de Wet minimumloon en de Wet arbeid vreemdelingen. Bedrijven lieten stagiairs werk doen dat lijkt op het dagelijks werk van een werknemer. Dan ben je in feite een werknemer en geen stagiair, oordeelt de inspectie. "En dus heb je ook recht op het minimumloon."
Kaptein: "We hebben verhalen gehoord van mensen die de hele dag mest stonden te scheppen, koeien moesten melken en die een week lang bloemen moesten opbinden. Het was echt heel laaggeschoold werk en hard werken."
Wetenschappelijk en HBO-opgeleide studenten hadden tijdens hun stage ook een onderzoeksverslag moeten schrijven dat past bij hun opleidingsniveau, stelt de inspectie. Volgens de toezichthouder gebeurde dat onvoldoende en ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de stichting en de bedrijven.
Zestien bedrijven krijgen naast een voorgenomen boete daarom ook een last onder dwangsom opgelegd. Zij moeten voormalig stagiairs het verschil tussen de ontvangen stagevergoeding en het wettelijk minimumloon nabetalen.
Maria Inckmann van Gaalen runt samen met haar man Kees een biodynamische kaasboerderij. Mestscheppen hoort nou eenmaal bij goede dierverzorging, zegt ze. "En goede dierverzorging is nodig voor goede kwaliteit melk." Haar man Kees: "Mijn vrouw heeft een HBO-opleiding gedaan. Ik een MBO-opleiding. Kan je van ons als boeren verwachten dat wij een verslag op academisch niveau begeleiden?"
Meerdere bedrijven zeggen dat ze het juridische gedeelte van de stages lieten regelen door stichting SUSP, die de tewerkstellingsvergunningen aanvroeg. De stichting laat weten dat de bedrijven ook een eigen verantwoordelijkheid hebben bij die aanvragen.
Dat beaamt hoogleraar migratierecht Tesseltje de Lange (Radboud Universiteit). "Ook al regelt iemand anders de vergunningen voor je, dan nog ben je als bedrijf verantwoordelijk voor de mensen die in jouw bedrijf rondlopen. Dat de bedrijven dat niet wisten of daar niet alert op zijn geweest, kan je ze kwalijk nemen."
Als je de hele dag alleen maar tomaten plukt, kun je je natuurlijk afvragen hoe wetenschappelijk dat is.
Naast de kaasboerderij van Kees en Maria zijn er ook grotere land- en tuinbouwbedrijven betrokken in het onderzoek. Het gaat bijvoorbeeld om melkveehouders en bloemen-, fruit- en groentetelers.
Volgens hoogleraar Arbeidsrecht Gerrard Boot (Universiteit Leiden) maakt het voor de regelgeving over stages in principe niet uit of je een groot of klein bedrijf hebt. "Als je de hele dag alleen maar tomaten plukt en je mag dan twee uurtjes, buiten werktijd, opschrijven hoe er in Nederland tomaten worden geplukt, daarvan kun je je natuurlijk afvragen hoe wetenschappelijk dat is."
Volgens Kaptein van de Arbeidsinspectie verdienden de bedrijven en de stichting geld aan de stagiairs: "Er zijn hier drie partijen bij betrokken: het bemiddelingsbureau, de werkgevers en de studenten. Het bemiddelingsbureau heeft er goed aan verdiend. De werkgevers hebben er goed aan verdiend. En de studenten waren het slachtoffer."
Planten opbinden
Hoeveel geld de bedrijven en de stichting verdienden, heeft de inspectie niet onderzocht. "Dat is voor de Arbeidsinspectie niet relevant. Dat ze eraan hebben verdiend, dat staat vast."
Buitenlandse stagiairs die via SUSP stage liepen in Nederland en die Nieuwsuur sprak, kijken over het algemeen positief terug op hun stage. Al is er ook kritiek. Een oud-stagiair, die anoniem wil blijven, vertelt dat hij 95 procent van de tijd moest werken, voornamelijk groenten oogsten en planten opbinden. "Het was niet wat ik verwachtte. De realiteit kwam niet overeen met het plan dat er van tevoren lag."
Meerdere bedrijven zijn inmiddels gestopt met het werken met buitenlandse stagiairs. Morgen komt een deel van de bedrijven samen en zullen ze vervolgstappen bespreken.