Enquêtecommissie: gaswinning rampzalig voor Groningers, Nederland heeft ereschuld
De belangen van de Groningers zijn stelselmatig genegeerd bij de gaswinning in hun provincie. Geld verdienen ging altijd boven veiligheid en het heeft in de rest van Nederland lange tijd ontbroken aan zorg en aandacht voor het aardgasgebied.
Dat schrijft de parlementaire enquêtecommissie gaswinning Groningen in zijn eindrapport Groningers boven gas, dat in het Groningse Zeerijp door commissievoorzitter Tom van der Lee is aangeboden aan Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp. Het uiterst kritische stuk van bijna 2000 pagina's beschrijft de gang van zaken sinds de gaswinning in 1963 in de provincie begon.
De commissie kiest nadrukkelijk voor het perspectief van de gedupeerden. "Belangen Groningers structureel genegeerd bij gaswinning", luidt de hoofdconclusie. In eerdere debatten over de vele rapporten en adviezen die er al liggen heeft het vaak ontbroken aan "het morele perspectief" en de commissie stelt dat Nederland een ereschuld aan de Groningers heeft.
Ongekend systeemfalen
Die conclusie is al veel vaker getrokken; nieuw is het omvattende beeld dat in het rapport wordt geboden op alle misstanden bij de gaswinning. Alles had anders kunnen verlopen, staat meteen al in het begin van het rapport, als er eerder was geluisterd naar de Groningers. "Nu is de gaswinning uitgelopen op een ongekend systeemfalen van zowel publieke als private partijen die hun plichten hebben verzaakt."
Opeenvolgende ministers waren niet goed geïnformeerd over de gevaren die de gaswinning met zich meebracht en dat gold mede daardoor ook voor de Tweede Kamer, die zijn rol als belangenbehartiger van de burgers niet goed heeft ingevuld.
Het debat in de Kamer werd niet op de juiste gronden gevoerd, "een ernstige en verwijtbare tekortkoming". Ook de trage besluitvorming komt voort uit het gegeven dat bewindspersonen "steeds te laat in de gaten krijgen wat er aan de hand is".
Problemen lang onderschat
Leidende politici, zoals premier Rutte, hebben bovendien de ernst en urgentie van de problemen lang onderschat. Toen die rond 2018 wel duidelijk werd ging Rutte weliswaar herhaaldelijk op bezoek in Groningen en toonde hij betrokkenheid, maar tot frustratie van de Groningers veranderde er niets.
Een belangrijke verklaring voor de geschiedenis is de manier waarop het Groninger gasveld wordt geëxploiteerd: door de NAM, in wat tegenwoordig een publiek-private samenwerking heet. De Staat werkte vanaf 1963 samen met oliereuzen Shell en Exxon Mobil in deze zogenoemde 'stille maatschap'.
Die zou enorm rendabel blijken en omdat de Staat het grootste aandeel in de opbrengsten had, profiteerde heel Nederland van de torenhoge inkomsten: sinds de gaswinning begon vloeide 363 miljard euro in de schatkist, 66 miljard euro ging als winst naar de aandeelhouders van Shell en Exxon Mobil ("de olies"). Daarmee droegen de baten flink bij aan de nationale welvaart, terwijl de Groningers de prijs betaalden.
Toen in 2012 na de zware aardbeving bij Huizinge duidelijker dan ooit zichtbaar werd wat de consequenties van de gaswinning waren, veranderde er aanvankelijk weinig. Het productieplafond ging het jaar daarop zelfs omhoog en ook de jaren erna ging de winning door, waardoor de veiligheid van de Groningers steeds meer in het geding kwam.
Gesloten bolwerk
'Leveringszekerheid' van het gas werd de mantra waarvan de exploitanten zich bedienden: die ging boven alles en de buitenwereld werd 'bewust' onwetend gehouden. Dat kon omdat niet politici, maar ambtenaren namens de Staat samenwerkten met de oliebedrijven. De commissie typeert die samenwerking als "een gesloten bolwerk": het kennismonopolie van de NAM en een weinig open houding voor kritisch tegengeluid maakten dat de winning tot 2012 niet ter discussie stond. "Veel te lang."
De veiligheid werd door politiek en de exploitanten bewust heel beperkt omschreven, stelt de commissie, aanvankelijk als 'veiligheid van de medewerkers', en toen er steeds meer schade ontstond door de aardbevingen als veiligheid van de huizen. "Andere aspecten van veiligheid, zoals bewoners die zich onveilig voelen in hun eigen huis of vervroegd overlijden door de stress van de schadeafhandeling, zijn op geen enkele wijze in de veiligheidsdefinitie verdisconteerd."
Groningers stelselmatig miskend
"Het leed van de bewoners is stelselmatig miskend", schrijft de commissie verder, en dat komt neer op 'nalatigheid ten opzichte van de Groningers'. Weliswaar kwamen er steeds meer regels en voorschriften, soms vanuit goede bedoelingen, maar het effect voor de bewoners was averechts. Gaten in de regels werden gedicht met nieuwe regels, waardoor het probleem op papier opgelost was, maar gedupeerden nog dieper verstrikt raakten in een nog ingewikkelder bureaucratisch woud.
De langdurige schadeprocessen veroorzaken voor de betrokkenen zoveel zorgen en rompslomp, dat ze leiden tot gezondheidsproblemen. "Zeer kwalijk", oordeelt de enquêtecommissie. De centrale vraag hoe de situatie in Groningen zo uit de hand heeft kunnen lopen, en burgers zo navrant in de kou zijn gezet, wordt eenduidig beantwoord: "de werelden van beslissers enerzijds en bewoners anderzijds zijn strikt gescheiden en verschillen totaal van elkaar".
Van de ruim 267.000 schademeldingen die er tot eind vorig jaar in het aardgasgebied zijn gedaan, zijn er 230.000 afgehandeld. Bij 85.000 gevallen ging het om meer dan één schade en juist dat, betoogt de commissie, is 'fnuikend'. Het totale aantal aardbevingen dat Groningen heeft getroffen bedraagt zo'n 1600.