Maandenlange doorlichting, lintje in bruikleen: vier vragen over lintjesregen
Het is al zo lang een traditie, dat zelfs de Kanselarij der Nederlandse Orden niet precies weet wanneer het begon: de lintjesregen. Vandaag kregen wederom duizenden mensen - 3375 om precies te zijn - een koninklijke onderscheiding, traditiegetrouw op de dag voor Koningsdag. Vier vragen over lintjes, en wie er wanneer voor in aanmerking komt.
Hoelang worden er al lintjes uitgereikt?
Sinds 1815, toen koning Willem I het zogenoemde decoratiestelsel instelde met in eerste instantie alleen de Militaire Willemsorde en de Orde van de Nederlandse Leeuw. Dat zijn twee hoge ridderorden die zelden worden uitgereikt.
In 1892 kwam daar de Orde van Oranje-Nassau bij, ingesteld door koningin Emma. Met afstand de meeste mensen ontvangen een koninklijke onderscheiding in die laatste ridderorde, die zes graden telt.
In 1994 werd het decoratiestelsel drastisch herzien door de Tweede Kamer, vooral om een helderder en opener systeem te krijgen.
De Kanselarij der Nederlandse Orden, de ambtelijke organisatie achter de in totaal ongeveer honderd koninklijke onderscheidingen en medailles, schrijft op de eigen website dat het fenomeen lintjesregen waarschijnlijk is overgewaaid uit het buitenland in het midden van de negentiende eeuw, onder koning Willem II. In andere landen werden al langer verjaardagen van staatshoofden of feestdagen aangegrepen om onderscheidingen uit te reiken. De koning reikte toen overigens zelf nog de lintjes uit. Tegenwoordig doet meestal de burgemeester dat.
Wanneer komt iemand in aanmerking voor een koninklijke onderscheiding?
Er is geen leeftijdsgrens aan verbonden en er zijn ook geen harde criteria, behalve dat iemand "iets bijzonders" gedaan moet hebben voor de samenleving, zo schrijft de Kanselarij. Als voorbeeld worden mensen genoemd die zich minimaal vijftien jaar als vrijwilliger hebben ingezet of mensen die via hun werk langdurig iets extra's doen voor de samenleving.
Vervolgens moet die persoon door iemand anders bij de gemeente voorgedragen worden. Daarna volgt er een maandenlange doorlichting. Zo bepaalt eerst een gemeenteambtenaar of de persoon überhaupt in aanmerking komt voor een voordracht bij de koning. Als dat het geval is, moeten er bewijzen en getuigenissen worden opgestuurd, die onderstrepen waarom diegene een koninklijke onderscheiding verdient. Daarna volgt "achter de schermen" een "uitgebreide advies- en besluitprocedure".
In die procedure spelen onder anderen de burgemeester, commissaris van de Koning en het zogenoemde Kapittel voor de Civiele Orden een rol, dat een eindadvies uitbrengt. Vervolgens neemt de minister dat advies in ontvangst, waarna een besluit over de voordracht wordt genomen. Als dat besluit positief is, zet de koning zijn handtekening en is de persoon benoemd in een ridderorde. Het hele proces kan zes maanden tot bijna een jaar duren.
Overigens bleek in 2015 de procedure niet helemaal waterdicht. Het lukte toen namelijk een presentator van tv-programma Rambam om via een lijst vol niet-bestaande projecten een lintje te krijgen. De Kanselarij deed vervolgens aangifte tegen het programma.
Wat krijgt iemand precies bij een lintje?
Een doosje met daarin de onderscheiding (een ridderkruis aan een lint) en een draaginsigne. Dit insigne kan iedere dag gedragen worden, bij voorkeur alleen op nette kleding. Ook wordt er een oorkonde uitgereikt en een brochure met daarin onder meer de voorschriften voor het dragen van de onderscheiding.
Alle koninklijke onderscheidingen worden gemaakt door zilversmeden van de Koninklijke Nederlandse Munt, sinds 1567 de maker van het Nederlandse muntgeld.
Wat gebeurt er met een lintje na overlijden?
Dan moet hij retour worden gestuurd naar de Kanselarij der Nederlandse Orden. Officieel is het lintje eigendom van de Staat en krijgt de ontvanger hem in bruikleen. Wel is er voor nabestaanden de mogelijkheid om het lintje langer in bruikleen te houden via het betalen van een borgsom. Ook de drager kan bij leven deze borgsom alvast betalen. Het gaat dan om het bedrag dat het kost om het lintje te maken. Meestal gaat het dan om een onderscheiding als Lid in de Orde van Oranje-Nassau; die kost zo'n 250 euro.
Voor het retourneren van de onderscheiding zijn volgens de Kanselarij, "verschillende redenen, waaronder het risico dat de onderscheiding na verloop van tijd als handelswaar wordt aangeboden". De oorkonde en het draaginsigne hoeft niet te worden teruggestuurd.
Veel mensen namen hun lintje vandaag trots in ontvangst, maar de Friese Piet de Haan weigerde: